Kledingcode
Het Ministerie OC&W heeft een leidraad vastgesteld. Daarin is vastgelegd dat een school in principe vrij is om kledingvoorschriften voor te schrijven. Er zijn wel voorwaarden waar deze voorschriften aan moeten voldoen:
- de voorschriften mogen niet discriminerend zijn;
-
de voorschriften mogen de vrijheid van meningsuiting niet aantasten;
- de voorschriften moeten worden opgenomen in de schoolgids;
- de maatregel op het overtreden van een kledingvoorschrift mag niet onevenredig zwaar zijn;
- de voorschriften moeten ondubbelzinnig zijn, d.w.z. niet voor meer dan één uitleg vatbaar.
Met betrekking tot het beleid ten aanzien van kleding is het volgende binnen CNS van toepassing:
Uitgangspunt is: Leerkrachten en stagiaires in onderwijssituaties hebben zowel in pedagogisch als in maatschappelijk opzicht een voorbeeldfunctie naar kinderen toe. Zij zijn het gezicht van CNS en de school waaraan zij verbonden zijn. Vanuit dat perspectief is het goed afspraken te maken over representativiteit, waaronder kleding, die hierbij past.CNS verwacht dan ook dat respectvolle kleding in representatieve situaties wordt gedragen, passend in de situatie (bijvoorbeeld reguliere lessituatie of schoolkamp). Van ouders/verzorgers verwacht CNS dat zij ervoor zorgen dat hun kinderen er verzorgd uitzien en geen uiterlijke kenmerken hebben die op gespannen voet staan met het aan hen (op het aanmeldingsformulier) gevraagde respect voor de grondslag en identiteit van CNS.
- De kleding mag niet provocerend werken: geen aanstootgevende kleding door opdruk van teksten die bestaan uit scheldwoorden en/of afbeeldingen, schuttingtaal, discriminerende uitingen of godslastering; geen kleding van het merk Lonsdale (discriminerend) en G-sus (aanstootgevend voor het christelijk geloof).
- Aanstootgevende of uitdagende kleding, zoals zichtbare onderbroeken/strings (boven een broek uit) of kleding met inkijksituaties, is niet toegestaan.
- Kleding waarbij tijdens de communicatie de gezichtsuitdrukking en de articulatie niet kan worden waargenomen, is niet toegestaan. Een goede communicatie is immers van essentieel belang in het leerproces. Om die redenen is gezichtsbedekkende kleding als boerka en nikab niet toegestaan.
- In principe geen hoofdbekledingen: het dragen van petten, mutsen, capuchons, hoofddoeken en keppeltjes is niet toegestaan. Het dragen van een hoofddoek en een keppeltje worden daarbij beschouwd als uiting van een godsdienstige grondslag die niet overeenstemt met de protestants christelijke grondslag van CNS Putten.
- Kleding waarbij de veiligheid in het geding is bij lessen als sport, beweging en spel is niet toegestaan. Het gaat hier om gezichtsbedekkende kleding en het dragen van (aanstootgevende) sieraden.
- In het klaslokaal is een onbedekt bovenlichaam van leerlingen niet toegestaan. Bij een kort truitje/shirtje dient de navel minstens bedekt te zijn.
- Zichtbare piercings en tatoeages bij personeel zijn niet toegestaan.
- Zichtbare piercings en tatoeages bij leerlingen zijn verboden.
Dit protocol geldt voor kinderen, leerkrachten, stagiaires en ouders (d.w.z. ouders die ondersteunende activiteiten in en voor de school verrichten).